Martina van der Paard is gespecialiseerd vasculair verpleegkundige en LEEFH-consulent. Tijd om met deze professional in gesprek te gaan over haar werk bij het Ommelander Ziekenhuis Groningen.

‘Ik vind vooral de variatie in mijn werk erg leuk,´ aldus de vasculair verpleegkundige die al sinds 1982 bij het Ommelander Ziekenhuis werkt. ‘Alleen maar met cholesterol bezig zijn zou wat eentonig worden.’ De vasculair verpleegkundige werkt met hart en ziel bij het ziekenhuis. Ze vertelt bevlogen over FH en over hoe mensen dit bij zichzelf kunnen herkennen.

Vetknobbels
‘Mensen hebben soms vetafzetting rondom hun ogen, vetknobbels op hun vingers en pezen en hielen. Vaak valt het minder op, sommige patiënten hebben ook een boog om hun oog. Het meest komt voor dat er ophoping op de oogleden komt.’ Maar FH is een sluipmoordenaar, want lang niet altijd hebben mensen uiterlijke symptomen! ‘De meeste mensen hebben geen uiterlijke kenmerken. Dan loop je er al jaren mee´, aldus Martina. ‘Het komt niet van vandaag op morgen. De meeste patiënten komen bij de vasculaire verpleegkundige via de cardioloog. Ze hebben dan al problemen op cardiaal gebied (ze zijn bijvoorbeeld gedotterd) of via de vaatchirurg.

Geluk met familie
Martina: ‘Als je het ´geluk´ hebt dat een familielid FH heeft, kom je er sneller achter.’ In de praktijk merkt de vasculair verpleegkundige helaas dat veel mensen geen contact met de familie hebben. Het komt echt heel veel voor dat er gedoe is in families. ‘Overal is wel wat,´ verzucht de verpleegkundige. En voor FH kan dat dan grote gevolgen hebben.

Nieuwe inzichten
‘Vroeger waren inzichten nog niet zoals nu´, legt Martina uit. ‘Toen werden jonge mensen pas vanaf hun achttiende behandeld. Tegenwoordig is er zelfs navelstrengbloed-onderzoek!’ Zij vertelt dat de kinderarts heel betrokken was bij het oprichten van het LEEFH-centrum. ‘Hoe eerder een kind wordt behandeld, hoe minder de kans op ´events´, zoals Martina het noemt. Daarmee bedoelt ze bijvoorbeeld een hartinfarct.

Goede leefstijl en FH
Het is verraderlijk dat je een hoog cholesterol niet voelt. De verpleegkundige: ‘Mensen worden ineens gediagnosticeerd met iets dat ze niet voelen, ze voelen zichzelf gezond. Als mensen jong zijn zijn ze, vanzelfsprekend, niet met ziekte en dood bezig. Ze zitten echt niet op medicatie te wachten. De meeste mensen zijn ook niet zo therapietrouw. Er zijn ook mensen die het eerst met leefstijl proberen. Meer bewegen, gezonder eten. We gaan dan na drie maanden weer bloed prikken. Vaak is het heel teleurstellend wat voor resultaat het is. Het heeft allemaal met de aanmaak en afvoer van je lever te maken. Daar heb je gewoon geen invloed op. Ik vind dat patiënten zichzelf moeten overtuigen van het nut en de noodzaak van medicatie.’

Tot slot wil de vasculair verpleegkundige nog iets kwijt. ‘Het is heel fijn samen te werken met andere LEEFH-centra! Zet je dat ook in je interview?’

Martina van der Paard